Data als bouwsteen van Smart Buildings
Wim Boone (Ingenium) over AI, data en systeemarchitectuur

Smart Buildings zijn slimme gebouwen, dat spreekt voor zich. Steeds vaker horen we de term, maar wat betekent het nu precies? Welke zijn de toekomstperspectieven en hoe zit het met de wetgeving hieromtrent? Wim Boone (Ingenium) is expert ter zake en oprichter van een Europese federatie voor ingenieurs rond Smart Buildings. Volgens Boone gaan we spannende tijden tegemoet met de mogelijke integratie van AI in gebouwbeheersystemen en de daarbij horende nood aan optimalisatie. "Het belang van de ingenieur in het ontwerpen van smart buildings zien we met graagte groter worden", vertelt hij enthousiast.
Van slimme gebouwen tot klantbeleving

Boone is al jarenlang actief bij Ingenium en zag het bedrijf groeien van 21 medewerkers tot een studiebureau met 130 mensen. Vanaf het begin was hij gebeten door het idee om gebouwen slimmer te maken. Destijds betekende dat vooral een fascinatie voor netwerken en digitale technologie, zoals ISDN-telefonie en de eerste vormen van bekabeling om pc’s met het internet te verbinden.
Zijn eerste project, de hoofdzetel van DVV De Volksverzekering in Brussel, werd meteen bekroond als het meest intelligente gebouw van die tijd. Het bleek een stevige springplank voor een carrière die hem van ontwerpingenieur naar projectingenieur en uiteindelijk tot customer experience manager bracht. “Ik vind het essentieel om te luisteren naar de noden van onze klanten en voortdurend kennis te vergaren,” zegt Boone. “Maar even belangrijk is het om die kennis te delen en zo anderen te inspireren.”
Een echt familiebedrijf
Wat zijn de hoofdactiviteiten van Ingenium?
Boone: “Ingenium is een onafhankelijk studiebureau én familiebedrijf, gespecialiseerd in duurzame en nie-geweune projecten met focus op duurzaamheid en in nauwe samenwerking met onze klanten. We voeren haalbaarheidsstudies uit, doen de engineering van gebouwtechnieken en verzorgen certificeringen. Ook commissioning behoort tot onze kerntaken: we controleren onafhankelijk of een gebouw voldoet aan de eisen. Sinds de energiecrisis maken we ook masterplannen om patrimonium te verduurzamen — zoals in Brugge, waar we onderzoeken hoe meer dan tachtig gebouwen CO2-neutraal kunnen worden tegen 2050. We blijven betrokken na oplevering, door het energieverbruik op te volgen en het onderhoud te begeleiden, over de volledige levenscyclus van een gebouw heen.”
"Bij een smart building spelen altijd dezelfde elementen een rol: duurzaamheid en het comfort van de gebruiker"
Evoluties binnen smart buildings
Hoe definieert u smart buildings?
“Bij een smart building spelen altijd dezelfde elementen een rol. Duurzaamheid staat centraal, met aandacht voor energie-efficiëntie en circulariteit, maar het gebouw moet ook aangenaam zijn voor de gebruiker. Duurzaamheid wordt vaak bevestigd met een BREEAM-certificaat, het comfort van de gebruiker met een WELL-certificaat. Concreet gaat het om slimme systemen, sensoren, beveiliging en energiemeters die via een gebouwbeheersysteem samenkomen om het gebouw efficiënt én comfortabel te maken.”
Welke zijn op vandaag de grote evoluties in uw veld?

(© Binst Architects)
Boone: “De opkomst van het internet en de koppeling tussen systemen was een enorme stap vooruit. Vroeger functioneerden gebouwen als losse silo’s, met gesloten systemen van verschillende constructeurs. Nu communiceren alle systemen via gestandaardiseerde protocollen, wat veel nieuwe mogelijkheden opent.
"Dankzij de verbondenheid van systemen kijken we nu ook voorbij het individuele gebouw"
Ook wetgeving duwt die evolutie vooruit. Vanaf 31 december 2024 zijn BACS (Building Automation and Control Systems) of gebouwbeheersystemen verplicht voor niet-residentiële gebouwen, waaronder kantoorgebouwen, met een verwarmings- of koelinstallatie van meer dan 290 kW nominaal vermogen in Vlaanderen. Zo’n systeem monitort, analyseert en stuurt het energieverbruik bij, spoort rendementsverliezen op en laat technische installaties met elkaar communiceren. Door het gebruik van een BACS systeem kan je tot 20 à 30% uitsparen. Het systeem op zich is uiteraard ook niet gratis, maar we zien dat dit op korte tijd teruggewonnen wordt.
Dankzij de verbondenheid van systemen kijken we nu ook voorbij het individuele gebouw. Via warmtenetten en smart grids kunnen gebouwen onderling energie uitwisselen, waardoor een hele site of zelfs een stadsdeel CO2-neutraal kan worden, in plaats van slechts één gebouw.
Naast wet- en regelgeving spelen ook de verwachtingen van jonge werkenden een rol. Ze willen geen uren in de file staan om in een verouderd kantoor te werken. Gebouwen moeten vlot bereikbaar, aantrekkelijk en gebruiksvriendelijk zijn. Met slimme apps kunnen werknemers een werkplek reserveren, hun wagen parkeren en opladen — comfort en efficiëntie gaan daarbij hand in hand.”


Opkomst van AI
“De grootste verandering van de afgelopen jaren is de opkomst van AI. Systemen worden slimmer en kunnen anticiperen. Met aanwezigheidsdetectoren en slimme algoritmes speelt het gebouwbeheersysteem proactief in op gebruikspatronen. Voorlopig is daar nog een technisch expert bij nodig, maar AI zal dat binnenkort volledig overnemen. Grote fabrikanten verzamelen intussen data, want AI werkt op patroonherkenning. Op termijn wordt het programmeren van zo’n systeem overbodig: het leert zelfstandig door gebruik.”
Dat is natuurlijk theorie, maar zijn in de praktijk al die data voorhanden?
Boone: “Daar wringt het schoentje. In veel gebouwen wordt om uiteenlopende redenen niets met de data gedaan. Daarom introduceerde Europa de Smart Readiness Indicator (SRI), als hefboom richting CO2-neutraliteit tegen 2050. Die indicator meet hoe sterk de gebouwautomatisering kan interageren met het gebouw, de gebruiker en het net, en helpt optimalisatiemogelijkheden in kaart te brengen.”
"De mensen met de juiste technische achtergrond om de data te interpreteren zijn schaars"
Valkuilen en uitdagingen

Wat zijn de grote valkuilen en uitdagingen in dit proces?
Boone: “Er zijn er nogal wat. Een eerste is de menselijke factor: vaak is een gebouwbeheersysteem aanwezig, maar wie bekijkt die data? De mensen met de juiste technische achtergrond om die data te interpreteren zijn schaars en vaak krijgen ze er ook gewoon de tijd niet voor. Hier biedt AI een grote kans: het kan interpretatie en integratie automatiseren.
Een tweede valkuil is het overmatig gebruik van sensoren, wat resulteert in een overvloed aan data die nauwelijks nog te interpreteren is. Voor een groot Brussels kantoorgebouw stelden we bijvoorbeeld voor om een aanwezigheidsdetector te koppelen aan een bus, die HVAC en verlichting aanstuurt. Maar wat als de koeling niet werkt? Ligt het aan het regelsysteem, de bus, de sensor…? Plots heb je een IT-specialist nodig om een eenvoudig koelprobleem op te lossen. Keep it stupid simple."
"Een smart building certificaat kan een potentiële gebruiker of koper geruststellen"
“In België bestaat voorlopig geen ‘smart building certificaat’, terwijl dat in veel buurlanden wel het geval is — vaak op vraag van de vastgoedsector. Zelf ben ik geen grote voorstander van certificering, maar het kan gebruikers of kopers wél geruststellen. Een echt smart building — energie-efficiënt, gebruiksvriendelijk en gekoppeld aan elektrische grids — gaat verder dan BREEAM of WELL. Zo’n certificaat kan dienen als kader bovenop de wetgeving én als benchmark om van andere gebouwen te leren.”
Een duidelijke uitdaging is cybersecurity. Het feit dat alle data in de cloud staan en op afstand toegankelijk zijn, is een groot voordeel, maar alleen als de veiligheid gegarandeerd is. Voor kritische infrastructuren, zoals energiebedrijven of ziekenhuizen, is dit een basisvoorwaarde. Daarvoor bestaat de NIS2-regelgeving. Net zoals wettelijke energieverplichtingen eerst voor grote gebouwen golden en later voor residentieel, kan cybersecurity een vergelijkbare route volgen.


Een ander belangrijk punt is dat technologie razendsnel verandert. Daarom is het cruciaal om systemen modulair te bouwen, met minimale afhankelijkheden. Als één systeem faalt of de fabrikant verdwijnt, kan dat onderdeel dan ‘eenvoudig’ worden vervangen door een gelijkwaardig alternatief.
Deze evoluties zorgen voor de opkomst van veel nieuwe bedrijven—de “new kids on the block”, zoals ik ze wel eens noem. Ze staan naast de gevestigde waarden die al honderd jaar bestaan en hun sporen hebben verdiend. Vaak zijn die gevestigde bedrijven niet altijd soepel en de goedkoopste. De nieuwkomers werken met moderne software, beginnen op een schone lei en hoeven geen historische systemen mee te nemen. Dat geeft hen een duidelijk voordeel. Maar bij een aanbesteding waarbij het systeem 15 jaar onderhouden moet worden, en je krijgt een voorstel van een firma die pas vijf jaar bestaat, is het vertrouwen vaak nog beperkt.”
"Het is cruciaal om al in de ontwerpfase aandacht te besteden aan technieken en de (RIBA) digitale overlay"



Het belang van een goede samenwerking
Welke samenwerkingen zijn essentieel voor de realisatie van smart buildings?
Boone: “We zien een duidelijke verschuiving van traditioneel bouwen met bakstenen en stalen buizen naar een digitale component die steeds belangrijker wordt. Daarom is het cruciaal om al in de ontwerpfase aandacht te besteden aan technieken en de (RIBA) digitale overlay. Het gaat niet alleen om het ontwerpen van installaties met voldoende capaciteit voor koeling, verwarming en energie-efficiëntie voor gebruikerscomfort, maar ook om de systemen onderling te laten samenwerken.
Bij een smart building is een goede systeemarchitectuur essentieel: de systemen moeten open zijn en met elkaar “kunnen praten”. Het belang van een ervaren integrator in het bouwproces mag niet worden onderschat. Wat in het ontwerp wordt beslist, moet duidelijk in het bestek worden opgenomen zodat het tijdens de uitvoering de gewenste resultaten oplevert. Dit lukt niet als drie verschillende firma’s elk een deel van het bestek uitvoeren zonder met elkaar te communiceren. Samenwerking en communicatie vanaf het begin zijn cruciaal.”