HANDCIRKELZAAG

Met een handcirkelzaag heb je veel power in handen om planken, panelen of houten werkstukken te verzagen. Wil je heel precies zagen? Dan gebruik je een zaagblad met veel tanden. Voor grover werk voldoet een blad met minder tanden. Het zaagblad moet wel dieper kunnen zagen dan de dikte van het werkstuk. Met een geoefende hand, kan je ook invallend verzagen.

ZAAGDIEPTE EN MAATAFSTAND

Voor een goede zaagsnede moet het zaagblad uit het materiaal steken, maar ook niet te ver. Meet hiervoor de dikte van het materiaal en stel de zaagdiepte in op enkele millimeters extra. Een afstand op je werkstuk afgetekend? Een geoefende vrije hand slaagt er wel in om 'recht' te zagen, maar dat is nooit even goed als wanneer je met een geleider werkt. Klem daarvoor een rechte regel waarlangs je de handcirkelzaag kan geleiden. Let dan wel dat je op de nodige afstand ook de afstand van de voetplaat tot het zaagblad erbij telt.

Bij sommige modellen kan je die voetplaat ook nog eens in een andere hoek verstellen, zodat je onder een hoek kan verzagen.

ACCU OF SNOER?

Een handcirkelzaag zonder snoer is best handig, hij ligt ergens in je aanbouw maar je hebt hem even op de zolder nodig, en daarna wacht nog een zaagklusje beneden bij het pakket plafondpanelen dat je in de kamer beneden hebt klaargelegd... Op accu haal je er dus wel je voordeel uit op het vlak van flexibiliteit. Toestellen op snoer geven traditioneel wel meer kracht.

ZAAGBLAD VERWISSELEN

Een zaagblad verwisselen gaat bij de ene machine iets makkelijker dan bij de ander. Het is handig als je de zaag-as kan vergrendelen, zodat het zaagblad niet meedraait. Op het zaagblad staat ook een pijl aangeduid, zodat je het zaagblad in de juiste richting op de machine monteert.

EEN GELEIDER VOOR JE CIRKELZAAG

Naast je cirkelzaag, heb je nog multiplex, enkele kepers, metalen L-profielen en wat schroeven nodig. Beginnen doe je door de afmetingen over te zetten op de basisplaat. Eerst de lengte van de metalen lat, die later als geleidingsrail zal dienen. Een dwarslat leg je naast de markering, en teken je af. Op deze dwarslat komt later de geleidingsrail te liggen.

Meet nog eens de breedte van de lat extra af; gewoon als richtlijn voor later om te weten tot waar je kan schroeven. De eerste markering teken je nog eens volledig over met de winkelhaak: langs hier kort je dan de bodemplaat in.

ZAGEN

Leg de plaat verhoogd op wat balken, zodat je niet in de werktafel zaagt. Het is voldoende als je een drie- à viertal tanden langsonder laat uitsteken. De bodemplaat zaag je vervolgens snel op maat. Dan breng je de balken op maat. Bepaal de lengte volgens de afstand van de bodemplaat.

Om de balk af te korten, mogen in dit geval wat meer tanden van het zaagblad uitsteken, maar zeker niet meer dan de helft van de tanden. Hoe minder ver de tanden uitsteken, hoe mooier de zaagsnede.

De balk is niet zo breed, dus om te zien of je de markering netjes volgt, kijk je best langs de zool van de cirkelzaag. Eén balk klaar? Leg ze op de andere als mal, en kort zo dezelfde maat af.

De twee zijdelingse balken die de bodemplaat zullen ondersteunen zijn al klaar. Nu nog de ondersteunende balken voor de geleiders. Neem de lengte van de plaat als richtlijn. Teken af met de winkelhaak, en zaag twee balken in één beweging af. Dan hebben ze gegarandeerd dezelfde maat.

MONTAGE

Eerst teken je de balken af zodat je weet waar je kan schroeven. Twee houten delen schroeven? In het eerste deel maak je een boorgat: dit zorgt ervoor dat de schroef beide delen beter naar elkaar toe trekt en dus een goeie verbinding oplevert.

Herhaal langs de overstaande zijde. Breng houtlijm aan op de balk, en breng de bodemplaat in positie. Schroef vast. Ook de andere zijde pak je op dezelfde manier aan.

De opstaande randen zijn al gezaagd; ook hier teken je ze nog eens af als richtlijn voor het schroeven. Daarna breng je nog eens houtlijm aan. Gebruik schroeven die het multiplex en de keper verbinden zonder dat ze uitsteken, uiteraard.

Draai de bodemplaat om, zodat je langs de eerder gemaakte boorgaten kan beginnen schroeven. En vergeet de andere zijde uiteraard ook niet.

GELEIDERS

Haal er de metalen L-profielen bij, en ondersteundende latten van dezelfde lengte. Het is de bedoeling dat de latten op die afstand liggen dat de zool van de cirkelzaag ertussen vlot kan passeren. Breng boorgaten aan in de L-profielen met een metaalboor. Aan elke geleider mag er geen schroefkop uitsteken: met een soevereinboor vergroot je de gaten. De conische kop maakt het boorgat ietwat groter.

Daarna kan je in het hout even priemen: dat vergemakkelijkt het schroeven doordat de schroef dan makkelijker grip vindt om zich in het hout vast te draaien.

De L-profielen zijn aan de ondersteunende latten gefixeerd, nu nog alles vastschroeven aan de opstaande rand van de bodemplaat. Vandaar, ook hier nog even voorboren in het metaal. En uiteraard, ook hier nog even de gaten aanpakken met de soevereinboor.

Het vastschroeven zelf is een koud kunstje, maar zorg dat de lat mooi haaks bevestigd zit, corrigeer met de winkelhaak vooraleer je de overstaande schroef definitief vastzet.

Om de tweede lat te fixeren, haal je er de cirkelzaag bij. Gewoon om de zool erin te passen, zodat die nog vlot kan bewegen. Schroef de tweede lat vast. Eénmaal aan het begin, en dan nogmaals aan het uiteinde. Dankzij de verzonken schroeven, kan de zool van de machine vlot passeren. Om het glijden van de cirkelzaag nog te bevorderen, kan je alles nog eens opschuren met een schuurblad met fijne korrel.

Nog een kleine aanpassing: zaag de opstaande rand nog even door zodat je elk werkstuk kan aanzetten. Ook de bodemplaat krijgt nog een minimale groef mee: zo kan het zaagblad vrij passeren als het door het werkstuk hapt.

TOEPASSING

Stel dat je een MDF-plaat in een aantal stroken wil verzagen. Eens alle markeringen zijn aangeduid, kan je het MDF in het hulpstuk leggen: de groef moet telkens overeenkomen met je potloodmarkering. Ligt alles goed? Dan kan je in serie uitzagen.

Nog een voorbeeld aanhalen met een zwart MDF-paneel, maar nu niet om door te zagen maar om groefen in te zagen, precies alsof je met een bovenfrees te werk zou gaan. Door de zwarte kleur zullen potloodmarkeringen niet duidelijk te zien zijn, kleef dus wat schilderstape om afstanden over te zetten.

Stel de diepte zo in dat je slechts enkele millimeter diep zaagt. Schuif de plaat met zijn markering overeenkomstig de zaaggroef. Zet aan en maak de groef. Bij elke nieuwe groef die je wil maken, ga je volgens dezelfde manier aan het werk. Het resultaat zal telkens gelijk zijn.